Kennisnemingskosten

Om aan wet- en regelgeving te kunnen voldoen, moeten burgers en bedrijven eerst kennis nemen van de eisen die het aan hen stelt en de gevolgen die het voor hen heeft. Problematisch is dat de eisen en gevolgen van regelgeving vaak niet te doorzien zijn bij invoering.

Alle regelgeving heeft onbedoelde effecten. Eén van die effecten is het feit dat burgers en bedrijven kennis moeten nemen van de regelgeving, of de veranderingen daarin. In de kwantitatieve methode is de veronderstelling dat kennis van de regelgeving zelf voldoende is om de eisen en gevolgen te doorzien. Naarmate de termijnen korter of meer versnipperd zijn en naarmate de informatie meer versnipperd is en vaker verandert, zijn deze kosten hoger. Deze kosten kun je berekenen als het product van de benodigde tijd en het aantal burgers of bedrijven die de regelgeving treft. In de praktijk zijn veel gevolgen en eisen impliciet of onbekend of stelt de uitvoering aanvullende eisen.

Een voorbeeld

De pensioenregelgeving is complex. Een wijziging daarin treft zowel burgers als bedrijven op vele manieren. Bedrijven die een pensioen aanbieden, zijn vergunningsplichtig en moeten kennis nemen van de voorwaarden. Bedrijven die een pensioen aanbieden aan hun medewerkers moeten kennis nemen van de eisen die de wet aan hen stelt, zoals het informeren van werknemers. En tenslotte moeten burgers kennis nemen van van de gevolgen voor hen en de keuzes die ze hierin maken. Al deze kosten zijn redelijk te voorzien en worden verplicht in beeld gebracht. Daarnaast moeten aanbieders kennis nemen hoe de nieuwe regelgeving interacteert met oude en andere regelgeving, moeten bedrijven kennis nemen van de wijze waarop pensioenaanbieders de regelgeving implementeren en moeten burgers kennis nemen van de specifieke regeling in hun bedrijf en de keuzes die ze daarin maken. Soms moeten burgers bijzondere situaties overzien, waarbij de kennisnemingskosten erg hoog zijn. Een voorbeeld is tijdelijk in het buitenland werken. Er zijn ook situaties waarvan niemand weet wat de consequenties zijn. Een voorbeeld is de situatie waarin iemand woont en werkt in Nederland, maar geen vaste verblijfsplaats heeft. Formeel heeft dit geen consequenties, maar in de praktijk zijn de consequenties door niet te overzien.

Om aan wet- en regelgeving te kunnen voldoen, moeten burgers en bedrijven eerst kennis nemen van de eisen die het aan hen stelt en de gevolgen die het voor hen heeft. Problematisch is dat de eisen en gevolgen van regelgeving vaak niet te doorzien zijn bij invoering.Er zijn diverse initiatieven van de overheid om de kennisnemingskosten te verlagen. Al deze initiatieven zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de kennisnemingskosten te voorzien zijn op basis van de wetgeving zelf. Geïnspireerd door de Brits Belevings Monitor Regeldruk heeft de Nederlandse regering in 2010 besloten te streven naar zogenaamde 'vaste verandermomenten' en 'minimale invoeringstermijnen'. Dit heet de VVM-systematiek. Dit zou een belangrijke bron van irratie moeten verminderen: het feit dat wet- en regelgeving vaak verandert. Het streven is om zoveel mogelijk wet- en regelgeving op een beperkt aantal data - zoals 1 januari - in te voeren en burgers en bedrijven voldoende tijd te geven om aan de nieuwe verplichtingen te voldoen. Dit is zes maanden voor private partijen en drie maanden voor mede-overheden. In ongeveer de helft van de gevallen (voorjaar 2014) houdt het rijk zich daar ook aan.

Naast redelijke termijnen en minder versnippering in verandermomenten, is zorgen voor voor budeling en integratie van informatie een manier om de kennisnemingskosten te verlagen. Vooral bij complexe regelgeving - zoals in het voorbeeld: pensioenen - is daarmee veel te winnen.

De ultieme manier echter om de kennisnemingskosten te verlagen is gelegen in de kwaliteit van wetgeving. De irritatie komt niet alleen voort uit de regelmaat waarmee regelgeving wijzigt, maar juist uit die situaties waarin de regelgeving haar doel niet mist: duidelijkheid scheppen. Op papier kunnen we een onmogelijke driehoek (zie afbeelding) tekenen, maar dat betekent niet dat we die ook echt kunnen maken. Zo is het ook met veel wetgeving. Wetgeving is een discipline die - vooralsnog - niet disciplineert in termen van uitvoerbaarheid. Juist waar regelgeving geen moreel gebod of verbod instelt, maar beoogt een 'systeem' te maken dat in alle gevallen geldt, is er geen toets of dit systeem wel in alle gevallen werkt. En of het nog werkt na alle vertaalslagen die in de uitvoering worden gemaakt.